You talk a lot for a coach
Op het terras, aan het tafeltje naast mij waren een jongeman en -vrouw in gesprek. In het Engels, omdat ze elkaars moederstaal waarschijnlijk niet goed genoeg spraken. Het ging over hun werk. Ik ving flarden op, maar mijn boek boeide me meer. De vrouw vertelde dat ze coach was. Daarmee had ze natuurlijk even mijn aandacht. Ze hielp mensen om dichter bij hun ‘ware zelf’ te komen, hun ‘true you’, de persoon die ze wilden zijn. Uitvoerig legde ze uit wat zo mooi was aan dat werk en ik concentreerde me weer op mijn boek. Ik hoorde haar vertellen hoe goed ze was. Een hoofstuk verder hoorde ik de jongen vragen hoe zo’n coachgesprek dan ging. Stel dat hij de president van Amerika wilde worden, hoe kon ze hem dan helpen? Ze gaf aan dat ze dan eerst zou vragen waaróm hij dat wilde. Hij gaf een antwoord, iets met geld, of macht, maar daar ging ze niet mee akkoord. Waarom wilde hij dát dan? Daar kwam hij niet helemaal uit. Ze gaf mogelijke redenen waarom hij dat zou kunnen willen. Ze ging in op wat hij in zijn jeugd zou kunnen hebben gemist of meegemaakt dat maakte dat hij dit wilde. Ze legde uit en ging maar door.
Ik kon me niet meer op mijn boek concentreren en besloot ergens anders naartoe te gaan. Ik deed het niet, maar het lag op het puntje van mijn tong om bij mijn vertrek te zeggen: “You talk a lot for a coach.”